Ongeval op bedrijfsterrein valt ook onder zorgplicht werkgever
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 8 januari 2016
Deze letselschadezaak betreft een werknemer in dienst bij een bedrijf dat zich bezig houdt met de productie van aanrechtbladen. Op een dag wil een werknemer, nadat hij overwerk verrichtte, met een collega het bedrijfsterrein verlaten. Omdat de toegangspoort van het bedrijfsterrein al dicht is, willen zij over de poort klimmen met behulp van een prullenbak. De toegangspoort is 2.30 meter hoog en aan de bovenkant voorzien van scherpe stalen punten. Tijdens de klim pakt de werknemer met zijn rechterhand de bovenkant van het hek vast. Nadat hij zich naar beneden laat vallen, blijft de ring aan de ringvinger van zijn rechterhand haken aan één van de stalen punten. Hierdoor scheurt de ringvinger volledig af. De werknemer loopt hiermee blijvend lichamelijk letsel op en geraakt (deels) arbeidsongeschikt. Hij stelt de werkgever aansprakelijk voor zijn schade op grond van werkgeversaansprakelijkheid (artikel 7:658 B.W.).
De werkgever wijst aansprakelijkheid af omdat zij vindt dat de schade niet in uitoefening van de werkzaamheden is geleden. Bovendien heeft werknemer volgens de werkgever roekeloos gehandeld door over het hek te klimmen. Het was namelijk ook mogelijk om in het bedrijfspand de sleutel van de toegangspoort te halen. De werknemer dagvaardt hierop de werkgever voor de rechter.
De kantonrechter oordeelt dat de schade is ontstaan terwijl de werknemer bezig was het terrein te verlaten. Gelet hierop staat voldoende vast dat de schade is opgetreden ‘in de uitoefening van de werkzaamheden’. De werkgever diende er rekening mee te houden dat een werknemer die na overwerk voor een gesloten poort komt te staan, niet de moeite neemt om alsnog een sleutelhouder te waarschuwen. De kantonrechter concludeert dat de werkgever niet heeft voldaan aan haar zorgplicht en aansprakelijk is voor de schade van de werknemer. Ook het beroep van de werkgever op bewuste roekeloosheid van de werknemer slaagt niet.
In hoger beroep oordeelt het hof dat het criterium ‘in de uitoefening van de werkzaamheden’ ruim moet worden uitgelegd. Dit blijkt ook uit eerdere rechtspraak. Dit betekent dat de zorgplicht van de werkgever zich uitstrekt tot de werkomgeving en nauw verband houdt met de zeggenschap van de werkgever over de werkplek. Het hekwerk en de toegangspoort vallen hier ook onder. Er is geen sprake van woon–werkverkeer, welk verkeer buiten de verantwoordelijkheid van de werkgever valt. Een definitief oordeel over de aansprakelijkheid van de werkgever kan het hof nog niet geven. Er bestaat namelijk nog onduidelijkheid over onder andere de toedracht van het ongeval en het sleutelbeleid van de werkgever, hetgeen nader zal worden onderzocht.
TIP: Ook deze uitspraak laat weer eens zien dat de werkgever moet beseffen dat zijn zorgplicht voor een veilige werkomgeving ver reikt!