Letselschadebureau of advocaat kiezen?
Radar 11 januari 2010
Het televisieprogramma Radar stelde vorige week maandag de dubieuze praktijken van letselschadebureaus aan de kaak. Radar richtte de lamp eerst op het ‘adviseren’ van ‘no cure, no pay’ afspraken aan slachtoffers in situaties dat dit geheel onnodig was omdat aansprakelijkheid voor het letsel al was erkend of volstrekt helder was. In dit geval bepaalt de wet dat de aansprakelijke partij de redelijke kosten rechtsbijstand dient te vergoeden, en is het financieel nadelig voor het slachtoffer om met zijn belangenbehartiger af te spreken dat die een percentage van zijn schadevergoeding krijgt.
Voorts kwam aan de orde het ‘dubbel declareren’ door letselschadebureaus. Sommige bureaus die een ‘no cure, no pay’-regeling aanbieden, declareren niet alleen een percentage bij hun cliënt, maar daarnaasthet uurtarief voor hun werkzaamheden bij de verzekeraar. Bureaus als Pals Groep en Euroclaim werden daarbij als voorbeeld genoemd. Direct na de uitzending liet het Verbond van Verzekeraars weten dat wanneer belangenbehartigers dezelfde werkzaamheden door zowel de verzekeraar als het slachtoffer volledig zouden laten betalen, sprake is van oplichting. Het Verbond bevestigt dat deze praktijken met dergelijke bureaus voorkomen. Met letselschade advocaten komen geen problemen voor, aldus het Verbond.
Het tv-programma besteedde voorts aandacht aan geheime convenanten die letselschadebureaus sluiten met verzekeraars. In deze afspraken staat dat de belangenbehartiger een vast percentage van de schadevergoeding krijgt. De verdienste van de letselschadejurist wordt hierdoor flink opgeschroefd. Univé, Reaal, Fortis en Achmea hebben toegegeven zulke afspraken te hebben gemaakt, maar weigeren te vertellen met welk(e) bureau(s). Radar zegt te kunnen bewijzen dat Fortis een convenant heeft metPals Groep. Daarin staat dat het bureau 21% van de schadevergoeding krijgt. Delta Lloyd heeft bevestigdook 21% met Pals te hebben afgesproken. Pals zelf erkent afspraken met tien verzekeraars te hebben.
“Verbijsterend,” zei Tweede Kamerlid Arda Gerkens (SP) nadat ze in de tv-uitzending van Tros Radar kennis had genomen van het bestaan van geheime afspraken tussentien verzekeraars ende Pals Groep.”Want ik denk dat het wel degelijk de onafhankelijkheid van de belangenbehartiger aantast.”
Het is advocaten door de wet verboden om zaken in behandeling te nemen op ‘no cure no pay’ basis. ‘No cure no pay’ lijkt een mooie oplossing voor moeilijk in te schatten risico’s maar het slachtoffer doet zich daarmee snel tekort. In veel gevallen wordt door een aanbieder van ‘no cure no pay’ van tevoren een inschatting gemaakt of de zaak haalbaar is en welke schadeomvang er ongeveer zou kunnen zijn. Indien dan een ‘no cure no pay’ afspraak wordt gemaakt dan kan dat betekenen dat het slachtoffer veel te veel betaalt voor een zaak, waarin de belangenbehartiger ook maar weinig risico liep.
De wet geeft het letselschadeslachtoffer recht op vergoeding van zijn kosten rechtsbijstand door de aansprakelijke partij mits deze redelijk zijn, en dit laatste is toch meestal het geval. Wanneer aansprakelijkheid nog niet vaststaat, mogen advocaten werken met een ‘laag-hoog tarief’-afspraak, waardoor de risico’s van kosten beperkt worden. En als het slachtoffer onder een bepaalde inkomensgrens valt kan hij voor de inzet van een advocaat een beroep doen op financiering door de overheid. Het slachtoffer moet dan alleen een kleine eigen bijdrage betalen. Deze financieringsmogelijkheid staat letselschadebureaus niet ter beschikking.
Tip: Schroom niet om de advocaten van Arbeidsletsel Advocaten te vragen naar de mogelijkheden tot het maken van afspraken over honorarium of door de overheid gefinancierde rechtsbijstand.