Werkgever aansprakelijk voor burn-out werknemer?
Hof Amsterdam 20 september 2011 en Hof Den Haag 27 september 2011
Binnen één week hebben twee Gerechtshoven een uitspraak gedaan over aansprakelijkheid van een werkgever voor burn-out van de werknemer. Het ene Hof acht de werkgever aansprakelijk, het andere Hof niet. Wat is het verschil tussen beide zaken?
In de zaak die speelde bij het Hof Amsterdam gaat het om een werknemer die bij de ABN AMRO werkzaam was op de afdeling Global Business Support. Zijn leidinggevende was op een gegeven moment langdurig afwezig in verband met zwangerschapsverlof. In deze periode heeft de werknemer haar leidinggevende taken waargenomen wat door onderbezetting en conflictsituaties met ondergeschikten zwaar op deze werknemer ging drukken. Uiteindelijk is de werknemer wegens een burn-out uitgevallen.
De zaak bij het Hof Den Haag betreft een verpleegkundige die werkzaam was op de afdeling spoedeisende hulp (SEH) in het Rivas-ziekenhuis. Op een dag is de verpleegkundige flauwgevallen op het werk. De huisarts heeft geconstateerd dat zij door hoge werkdruk was ingestort. De bedrijfsarts constateerde een burn-out. De verpleegkundige heeft een klacht over structurele onderbezetting ingediend bij de Arbeidsinspectie, die vaststelde dat er te weinig aandacht was voor werkdrukproblemen.
In beide zaken stelden de werknemers hun werkgever aansprakelijk voor hun gezondheidsschade. Het Hof Amsterdam oordeelt dat de werknemer onvoldoende aannemelijk maakte dat zijn gezondheidsklachten door het werk zijn veroorzaakt. De werknemer toonde niet aan welke concrete werkomstandigheden tot zijn klachten leidden. En dat er sprake was van onderbezetting is volgens het Hof onvoldoende, nu deze situatie niet leidde tot structureel overwerk. Niet gebleken is verder dat de werknemer eerder klaagde over werkdruk of onderbezetting. Het was voor ABN AMRO dus niet kenbaar dat de werkomstandigheden bedreigend waren voor de gezondheid van de werknemer. ABN AMRO is daarom niet aansprakelijk.
Het Hof Den Haag oordeelt dat (wèl) voldoende zeker kan worden vastgesteld dat de medische klachten van de verpleegkundige werkgerelateerd zijn. Vaststaat dat zij langdurig onder hoge druk heeft moeten werken en dat zij een burn-out heeft. Hoge werkdruk op een SEH is verder een kenbaar risico voor de gezondheid van verpleegkundigen. De verpleegkundige heeft dit bovendien meerdere malen kenbaar gemaakt aan het ziekenhuis. Het ziekenhuis heeft hier niet voldoende adequaat op gereageerd en het Hof oordeelt daarom dat zij tekort is geschoten in haar zorgplicht. Het ziekenhuis is daarom (wèl) aansprakelijk.
In de zaak bij het Hof Amsterdam stond niet vast dat de burn-out door werkdrukproblemen was veroorzaakt. Dit in tegenstelling tot de zaak bij het Hof Den Haag. Het belangrijkste verschil tussen beide zaken is ons inziens echter dat de werknemer in de zaak tegen ABN AMRO niet en de werkneemster in de zaak tegen het Rivas-ziekenhuis wèl (meerdere malen) expliciet bij de werkgever klaagde over de werkdruk, waardoor dit risico voor de gezondheid voor ABN AMRO niet kenbaar en voor het Rivas-ziekenhuis wèl kenbaar was.
Tip: Werkgeversaansprakelijkheid voor burn-out wordt niet snel aangenomen. Bij dreigende burn-out adviseren wij de werknemer: meld de overbelasting veelvuldig en op schrift aan de werkgever. Mocht dit niet helpen om de werksituatie te verbeteren, dan bouwt de werknemer in ieder geval een claimdossier op voor het geval het mis gaat.