Val over druif op afdeling aardappelen, groente en fruit van supermarkt

Val over druif op afdeling aardappelen, groente en fruit van supermarkt

Gerechtshof Arnhem 12 mei 2009

In deze zaak is een vrouw op 6 juli 2005, omstreeks 20.20 uur, toen zij als klant samen met haar echtgenoot en zoon het supermarktfiliaal van Albert Heijn te Enschede bezocht, ten val gekomen op de afdeling aardappelen, groente en fruit (afdeling AGF). Op de vloer van deze afdeling bevond zich ten tijde van haar val ten minste één druif. Als gevolg van de val heeft de vrouw een zogenoemde distale fibulafractuur aan haar rechterbeen opgelopen, waarvoor zij een operatie heeft ondergaan. De vrouw heeft gevorderd dat Albert Heijn wordt veroordeeld tot vergoeding van haar schade.

De rechtbank te Arnhem heeft de vordering afgewezen. De vrouw is in hoger beroep gegaan. Het gerechtshof te Arnhem stelt bij de beoordeling voorop dat van een supermarkt als Albert Heijn mag worden verlangd dat zij bij het schoonhouden van de vloer van de afdeling AGF meer zorg betracht en op dit schoonhouden meer toezicht uitoefent, dan met betrekking tot de vloer van de meeste andere afdelingen van haar kan worden gevergd. De inrichting van de afdeling AGF en de aard van de op deze afdeling verkochte levensmiddelen brengen immers mee dat de vloer van deze afdeling relatief snel vervuild raakt met daarop terecht gekomen (restanten van) groente of fruit, met het – in verhouding tot de vloer van de meeste andere afdelingen – grotere risico op uitglijden op die vloer.

Uit de verklaringen van de getuigen volgt met betrekking tot het onderhoud van de vloer van de afdeling AGF het volgende. De vloer van deze afdeling werd medio 2005 iedere ochtend vóór 8.00 uur geveegd en gedweild en vervolgens om 10.00 uur, 13.00 uur/13.30 uur, 14.00 uur en 21.30 uur veegschoon gemaakt door medewerkers van deze afdeling. De voor deze afdeling geldende schoonmaak-werkzaamheden werden afgevinkt op een werkschema dat op de buitenkant van de koelcel was opgehangen. Als de vloer tussendoor vervuild was geraakt, werd de viezigheid zo snel mogelijk opgeruimd. Voorts gold voor iedere afdeling een HACCP-lijst (Hazard Analysis Critical Control Points), die ten doel had te voorkomen dat voedsel ongezond en onveilig werd en waarvan een deugdelijk schoonmaakplan deel uitmaakte. Ook op een rustige avond was altijd een personeelslid op de afdeling aanwezig.

De controle door het management op de hiervoor vermelde regels hield in de eerste plaats in dat de afdeling AGF 6 tot 20 keer per dag visueel werd geïnspecteerd op de aanwezigheid van vervuiling. Verder vond dagelijks controle plaats aan de hand van HACCP-lijsten en door de assistent-manager bovendien nog aan de hand van de afgevinkte werkschema’s. Het management sprak voorts medewerkers die zich niet aan deze regels hielden, hierop aan, de eerste keer met een standje en de tweede keer met een schriftelijke waarschuwing.

Het hof is van oordeel dat dit samenstel van maatregelen en de controle op naleving van deze maatregelen, voldoende moeten worden geacht om een val op de vloer van de afdeling AGF als gevolg van daarop terecht gekomen groente of fruit binnen redelijke grenzen te voorkomen, zodat niet kan worden geoordeeld dat Albert Heijn de van haar te vergen zorgvuldigheid heeft veronachtzaamd. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank.