Groepsleidster zorginstelling aangevallen door jongeren
Gerechtshof Amsterdam 15 januari 2013
Deze uitspraak betreft een werkneemster in dienst bij ’s–Heeren Loo te Amersfoort. Dit is een zorginstelling die zich onder meer richt op ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. De werkneemster is groepsleidster bij een onderdeel van ’s–Heeren Loo dat zich specifiek richt op jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen. De groep waar zij op stond betrof enkel jongens tussen de twaalf en achttien jaar met zeer ernstige gedragsproblemen.
In de avond van 4 september 2008 vond er een incident plaats. De groepleidster had dienst samen met twee andere vrouwelijke collega’s. Op een gegeven moment gedroeg een tweetal jongeren zich agressief tegen de groepleidster en één van haar collega’s. Deze collega kreeg een kopstoot van één jongere en werd door de andere jongere in een wurggreep genomen. Toen de groepleidster haar collega wilde helpen, kreeg zij een flinke duw of stoot van een van de jongens tegen haar borst en schouder waardoor zij tegen een muur viel. Tijdens nog een poging haar collega te helpen, kreeg zij ook nog een aantal trappen tegen haar been.
Ten gevolge van dit incident liep de groepleidster zodanig ernstige letselschade op dat zij hierdoor uiteindelijk volledig arbeidsongeschikt geraakte. Na ruim twee jaar ziekte met onderbrekingen heeft de werkgever in juli 2011 de arbeidsovereenkomst opgezegd. De groepleidster heeft haar werkgever vervolgens aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijdt als gevolg van het incident.
De kantonrechter te Utrecht was van oordeel dat de zorginstelling als werkgever aansprakelijk is voor de letselschade van de groepleidster. De instelling kwam tegen deze uitspraak in beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam. Ook het hof acht de zorginstelling aansprakelijk wegens schending van haar werkgeverszorgplicht voor de gezondheid en veiligheid van de groepleidster. Volgens het hof trof de instelling onvoldoende specifieke maatregelen ter voorkoming van het geweldincident. Zo stond de groep als moeilijk bekend, maar was er sprake van een personele onderbezetting. Daarnaast accepteerde de groep geen gezag van vrouwen. Dat het roostertechnisch niet mogelijk was naast een vrouw ook een man op de groep te zetten, komt voor risico van de zorginstelling. De zorginstelling verzuimde verder om zorg te dragen voor de noodzakelijke herhalingstrainingen op het gebied van conflict– en agressiebeheersing. Ze maakte bovendien te veel gebruik van uitzendkrachten die deels geen training agressie– en conflictbeheersing volgden, waardoor zij niet konden en niet mochten ingrijpen ingeval van geweldsincidenten. De getroffen algemene maatregelen zoals het wekelijks teamoverleg, het multidisciplinair overleg in aanwezigheid van een orthopedagoog, en het alarmsysteem waarbij hulp van personeel komt, oordeelde het hof onvoldoende.
Tip: deze uitspraak bevestigt de vergaande zorgplicht van werkgevers voor hun personeel.